vrijdag 9 december 2011

Te vroeg geboren kinderen krijgen vaker gedragsproblemen

vrijdag, 09 december 2011
Kinderen die 4 tot 8 weken te vroeg geboren worden hebben op hun vierde levensjaar vaker gedragsproblemen dan kinderen die op tijd geboren zijn. Dat is de conclusie van een langlopend onderzoek van het UMC Groningen bij 1500 kinderen.

Vroeggeboorte in Nederland
In Nederland worden jaarlijks bijna 200.000 baby's geboren. Circa 8% van deze kinderen, ongeveer 15.000 kinderen per jaar, wordt te vroeg geboren. Enkelen van hen worden extreem vroeg geboren, dat wil zeggen meer dan 8 weken te vroeg. Van deze vroege vogeltjes was al langer bekend dat zij vaak ontwikkelingsproblemen krijgen. Hun overlevingskansen zijn weliswaar fors gestegen door de moderne intensive care, maar in de helft van de gevallen ontwikkelen zij zich niet zonder beperkingen.

Ook matig te vroeg geborenen lopen meer risico
Een veel grotere groep, zo'n 80% van de premature kinderen, wordt 'slechts' 4 tot 8 weken te vroeg geboren. Ook zij zijn kwetsbaar en lopen een groter risico op ziekte en overlijden in het eerste levensjaar. Daarnaast is van deze 'matig te vroeg geboren kinderen' bekend dat zij vaker achter blijven in hun groei. Maar dat is nog niet alles. De studie van het UMCG laat zien dat deze kinderen op 4-jarige leeftijd ook meer gedrags- en emotionele problemen vertonen dan op tijd geboren kinderen.
De matig prematuur geboren kinderen hadden vaker aandachtsproblemen en lieten meer agressief gedrag zien. Er was sprake van een significant verschil in externaliserend gedrag, vergeleken met de op tijd geborenen. Dit gedrag werd meer waargenomen bij jongens dan bij meisjes.
Nog zorgelijker bleek de mate waarin de te vroeg geborenen last hadden van internaliserende problemen: emotionele reactiviteit, angst, teruggetrokken gedrag en somatische klachten. Hier werden vooral meisjes door getroffen.

Vroege interventie
Dit onderzoek onderstreept het belang van gerichte screening en uitgebreid systematisch onderzoek op 4-jarige leeftijd bij alle vroeggeborenen. Ook bij matig te vroeg geboren kinderen moeten zorginstanties dus extra alert zijn op ontwikkelingsproblemen. Zodoende kan op tijd de juiste begeleiding worden geboden.

Bronnen
  • Website Zwangerschap [accessed december 2011] Vroeggeborenen overleven vaker, maar de helft houdt ontwikkelingsproblemen. 
  • Website Medical Facts [accessed december 2011] Vier tot acht weken te vroeg geboren: verhoogd risico op gedragsproblemen.

Sociale media in het onderwijs: list, lust of last?

dinsdag, 06 december 2011

Doorgaans loopt onze branche niet voorop als het gaat om het implementeren van nieuwe technologie. Als leraar is het echter wel verstandig aan te sluiten bij de denkwereld van je leerlingen. En die leerlingen denken niet meer in termen van "even boeken halen in de bieb" of "mag ik jouw aantekeningen overschrijven". Sociaal? Dat is toch als je veel vrienden hebt op Facebook, Hyves en Twitter?

Voor de huidige generatie adolescenten is het internet net zo min weg te denken als het water uit de kraan. Deze zogenaamde digital natives zetten in een handomdraai hun aantekeningen van geschiedenis online, waarna de reacties van klasgenoten op Facebook al snel volgen. Roosterwijzigingen checken ze vanuit bed met hun mobiel. Een leraar die een beetje bij de tijd wil zijn twittert na afloop van een proefwerk de antwoorden door. Moeten we dit allemaal toejuichen? Wat is nuttig gebruik van sociale media? Zijn kinderen in het speciaal onderwijs extra kwetsbaar voor de risico's?

Geschiedenis van de techniek in het onderwijs
Ooit was een luistertoets via de cassette-recorder of een uitje naar het kopiëerapparaat het technische hoogtepunt van een schooldag. Sinds de jaren negentig is vooral de computer niet meer weg te denken uit het onderwijs. Aanvankelijk voor tekstverwerken, later -met de komst van internet- voor het verspreiden en vergaren van informatie. Nu dient het web vooral voor het leggen van sociale contacten, die uiteraard ook weer een bron van informatie zijn.

Het succes van internet: de macht van de grote getallen
De kracht van het internet zit hem in "the wisdom of the crowds". Sociale media zijn zo succesvol door de grote gebruikersaantallen.
Het lastige met onderwijsinnovaties is dat de vrijwilligers die zich aanmelden om mee te doen aan een onderzoek vaak positief tegenover deze ontwikkelingen staan. Zij zijn dus geen representatief testpanel. In de loop der tijd is duidelijk geworden dat een goede toepassing van sociale media aan de volgende vijf voorwaarden moet voldoen, wil het kans maken in het onderwijs:
  1. het moet voordeel hebben
  2. dat voordeel moet zichtbaar zijn
  3. het moet eenvoudig zijn in gebruik
  4. er moet ruimte zijn om ermee te experimenteren
  5. het moet in zekere zin vertrouwd zijn
E-portfolio's nu al achterhaald
Steeds meer scholen slaan hun gegevens over leerlingen op in zogenaamde e-portfolio's. Dit is uiteraard een praktische manier om verschillende soorten informatie over de leerling te structureren en online beschikbaar te hebben. Zoals ze nu echter gebruikt worden, zal volgens dr. Sloep de beperkte actualiteit en volledigheid een steeds groter probleem worden. Een e-portfolio geeft immers alleen een beeld van het offline gedrag van een leerling. In een tijd waarin steeds meer digitaal geleerd wordt en leerlingen vooral online sporen achter laten, schiet het e-portfolio volgens de wetenschapper schromelijk tekort.

Pabo-experiment
In een redevoering van de Open Universiteit geeft dr. Sloep een voorbeeld van een succesvolle onderwijsinnovatie op de Pabo. Pabo-studenten konden in dit experiment reflecteren op elkaar via weblogs. De voordelen waren tijdsbesparing voor docenten en meer interactie tussen studenten. Nadelen waren er echter ook: minder intensief contact tussen docent en student. Ook waren sommige studenten terughoudend om met medestudenten vrijuit te "spreken" over hun eigen zwakke punten.

Speciaal onderwijs
Er komen steeds meer app's beschikbaar voor leerlingen uit de verschillende clusters van het speciaal onderwijs. Een suggestie van mediacoach Elle Peters voor cluster 3 en 4 is Wordle. Een applicatie waarbij leerlingen oefenen met het benoemen van kernwoorden door middel van een woordwolk.

Voor kinderen met een beperking zijn sociale media enerzijds een uitkomst: zij kunnen op internet hun beperking verbergen en voelen zich veilig en sterk. Dit legt meteen hun eerste kwetsbaarheid bloot: de kans op verslaving is bij deze kinderen extra groot. Daarbij komt dat hun vaardigheden minder ontwikkeld zijn, vergeleken met kinderen van het regulier onderwijs. Ze hebben moeite informatie op de juiste waarde te schatten. De omgang op het speciaal onderwijs is bovendien harder en de leerlingen zijn tegelijkertijd gevoeliger voor afwijzing en manipulatie. Een gevaarlijke combinatie, die goede begeleiding door volwassenen nóg belangrijker maakt.

Tips
  • Stichting Mijn Kind Online heeft exclusief voor het speciaal onderwijs een brochure uitgegeven met handige tips voor ouders, leerkrachten én leerlingen zelf.
  • Zie de weblog http://www.speciaalonderwijs.wordpress.com/ voor handige toepassingen van ICT in het speciaal onderwijs.
  • Zie de site van mediacoach Elle Peters voor meer tips en een lesbrief (V)SO voor het maken van een woordwolk; http://www.wordle.net/

Bronnen
  • Sloep, P. Gebruik van sociale media in het onderwijs: wat is wijsheid? Diësrede Open Universiteit, 2011. originele publicatie
  • Stichting Mijn Kind Online. Speciaal Onderwijs op internet, brochure 2010.

Sociale beperkingen bij autisme biologisch te verklaren

Sociale beperkingen bij autisme biologisch te verklaren

dinsdag, 22 november 2011

Weer een stap voorwaarts in het voltooien van de autismepuzzel. Wetenschappers hebben ontdekt waar het tekort aan sociale vaardigheden van kinderen met autisme door komt. Zogenaamde spiegelneuronen zijn de boosdoeners. De ontwikkeling van dit spiegelsysteem van het brein komt bij mensen met autisme pas later op gang. Dat betekent dus dat zij op latere leeftijd wel degelijk kunnen groeien op dit vlak.

Prof. Keysers van het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen doet met zijn team al jarenlang onderzoek naar spiegelneuronen. Dit zijn bepaalde zenuwcellen in de hersenen die ons helpen begrijpen wat iemand anders voelt, denkt en doet. Essentiëel voor het ontwikkelen van een 'theory of mind'1 en sociale vaardigheden. Deze cellen worden bijvoorbeeld actief als we iemands gezichtsuitdrukking interpreteren. In onze jeugd is de spiegelactiviteit het grootst, om vervolgens geleidelijk af te nemen.

Toename spiegelactiviteit in autistische brein
De activiteit van spiegelneuronen blijkt bij mensen met autisme juist toe te nemen naarmate ze ouder worden. Rond hun dertigste functioneert het spiegelsysteem normaal en na deze leeftijd zelfs bijzonder goed. Dit valt volgens de onderzoeker wel te rijmen met ander onderzoek: "Mensen met autisme functioneren sociaal gezien beter na hun dertigste. Ze slagen er beter in om met andere mensen om te gaan en hebben daardoor bijvoorbeeld vaker een baan. Ze hebben meer vrienden en zijn sociaal actiever."
Als de activiteit van spiegelneuronen piekt, kan dat echter ook nadelen met zich meebrengen. Zo kunnen mensen overgevoelig worden voor sociale prikkels, waardoor ze meer stress ervaren.

De volgende stap
De onderzoeksresultaten werden onlangs gepubliceerd in Biological Psychiatry, een belangrijk wetenschappelijk tijdschrift. De nieuwe inzichten zijn van belang voor de ontwikkeling van nieuwe behandelmethodes voor autisme. De spiegelneuronen zijn namelijk niet kapot, zoals eerder werd aangenomen, maar ontwikkelen zich trager en blijven toenemen. De volgende stap is onderzoeken hoe de activiteit van de neuronen gestimuleerd of gecontroleerd kan worden.

[1] Theory of Mind is het vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf. Theory of Mind is een noodzakelijke vaardigheid om je te kunnen verplaatsten in het gevoelsleven van een ander persoon.


Bronnen
  • Website Nu.nl [accessed november 2011] www.nu.nl Mensen met autisme socialer na hun dertigste, naar persbericht
  • Website KNAW [accessed november 2011] www.knaw.nl Mensen met autisme socialer na hun dertigste door ontwikkeling spiegelsysteem in het brein, naar persbericht