woensdag 11 juli 2012

Facebook maakt niet depressief

Facebook maakt niet depressief
Ouders hoeven zich niet al te druk te maken om het Facebookgebruik van zoon of dochterlief. Onderzoekers van de Universiteit van Wisconsin hebben aangetoond dat je van Facebook niet ongelukkig wordt.

De laatste tijd werd vanuit verschillende hoeken beweerd dat overmatig social media-gebruik ons depressief maakt. Best iets bij voor te stellen als je de hele dag geconfronteerd wordt met de aaneenschakeling van hoogtepunten uit het leven van iedereen behalve jezelf. Onderzoekers hebben echter geen verband kunnen vinden tussen social media-gebruik en depressie. Facebook, met 900 miljoen geregistreerde gebruikers het populairste medium, is dus onschadelijk. Einde discussie?


Onderzoek per sms
In werkelijkheid is het natuurlijk wat complexer. Het behoeft geen bewijs dat tien uur per dag op Facebook voor niemand gezond is. In het onderzoek gaat het echter om het verschil met andere internetbezoekjes. Onderzoekers controleerden bij 190 studenten tussen de 18 en 23 jaar gedurende een week hun internetgebruik. Dit deden ze door de proefpersonen op willekeurige momenten smsjes te sturen met drie vragen:
  • Ben je op dit moment online?
  • Hoe lang ben je al online?
  • Wat ben je aan het doen op internet?
De proefpersonen moesten hun antwoorden van de in totaal 43 smsjes zorgvuldig registreren. Ook werden alle 190 studenten klinisch gescreend op depressieve symptomen. Vervolgens werden deze gegevens aan elkaar gekoppeld.


Nuancering van eigen werk
Uit de analyse bleek dat de studenten meer dan de helft van hun internettijd aan Facebook spendeerden. De onderzoekers vonden echter geen verband met depressie. Studenten die veel van hun internettijd aan Facebook besteedden waren niet ongelukkiger dan studenten die een klein deel van hun totale internettijd op het sociale medium doorbrachten. Toch nuanceren de onderzoekers dit zelf enigszins: "Hoewel de tijd op Facebook niet samenhangt met depressie, moedigen we ouders toch aan om zelf een actief rolmodel voor hun kind te zijn. Zorg voor veilig en gebalanceerd mediagebruik."

Waarom adviseren ze dit als ze net hebben aangetoond dat het onschadelijk is? Er zijn blijkbaar meer factoren die meespelen. Dr. Megan Moreno licht zelf toe: "Wanneer het gedrag van een kind niet verandert, het kind vrienden heeft en de schoolcijfers stabiel blijven is er geen reden tot bezorgdheid." Is dit wél het geval, dan doet u er waarschijnlijk toch goed aan eens een gesprek met uw kind te voeren over Facebook. Uit dit onderzoek blijkt echter dat eventuele problemen evengoed kunnen voortkomen uit computergames. Facebook zelf is niet schadelijker dan ander internetgebruik.


Bron

vrijdag 6 juli 2012

Kinderen onvoldoende gehoord in rechtbank

Kinderen in Nederland kunnen onvoldoende hun stem laten horen bij beslissingen die over hen gaan. Niet alleen kinderen en hun ouders, maar ook hulpverleners, advocaten en zelfs rechters hebben te weinig kennis van de mogelijkheden voor minderjarigen om hun recht te halen of gehoord te worden in de rechtbank. Dat concludeert de Kinderombudsman Marc Dullaert in zijn onderzoek dat gisteren is aangeboden aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De Kinderombudsman heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de inzet van de bijzondere curator. De bijzondere curator kan door de rechter aangesteld worden als het belang van een kind in de knel dreigt te raken, bijvoorbeeld bij (v)echtscheidingen of bij strijd tussen ouders en jeugdzorg. Meestal is de bijzonder curator een advocaat, psycholoog of pedagoog. Een familielid heeft doorgaans niet de voorkeur van de rechter, omdat er dan andere belangen op het spel kunnen komen te staan en de familiebanden nog verder op scherp worden gezet.

Het aantal verzoeken en benoemingen van bijzondere curatoren wordt door de rechtbanken niet bijgehouden. De Kinderombudsman heeft voor zijn onderzoek daarom gebruik gemaakt van ervaringen van de verschillende betrokkenen. Daaruit blijkt een grote onbekendheid met de mogelijkheden van een bijzondere curator. Dit terwijl er veel situaties zijn waarin deze een belangrijke rol kan spelen, bijvoorbeeld wanneer kind, ouder en gezinsvoogd het niet met elkaar eens zijn over een omgangsregeling na een echtscheiding of over uithuisplaatsing.


Lot uit de loterij

Rechtbanken hanteren verder geen duidelijke lijn in de benoeming van bijzondere curatoren. Ook constateert de Kinderombudsman dat er geen kwaliteitsnormen zijn waaraan de bijzondere curator moet voldoen. Dit leidt tot rechtsongelijkheid. In beroep gaan tegen een afwijzing van een verzoek is onmogelijk. Het krijgen van een bijzondere curator is daarmee op een loterij gaan lijken. Je moet als kind maar hopen dat je een goed lot treft.

Rechters en bijzonder curatoren zijn het niet met elkaar eens welke kinderen een bijzonder curator zouden moeten krijgen. Bijzonder curatoren pleiten voor het loslaten van de minimumleeftijd van twaalf jaar. Rechters zouden volgens hen meer moeten kijken naar de rijpheid van het kind. Rechters zijn vaak van mening dat zij zelf prima in staat zijn naar de mening van het kind te luisteren, vooral bij wat oudere kinderen. De bijzonder curatoren zien echter wel hun eigen meerwaarde in het afwegen en behartigen van het belang van het kind.


Kinderrecht in het nauw

De Kinderombudsman pleit er voor om in alle situaties waarin kinderen in de knel dreigen te raken een bijzonder curator te benoemen. Ook moeten er kwaliteitsnormen worden opgesteld waar bijzondere curatoren aan moeten voldoen. Tot slot beveelt de Kinderombudsman aan om te registreren hoe vaak een bijzonder curator wordt benoemd en om een landelijk registratiesysteem van bijzonder curatoren op te zetten.

Het verdrag inzake de Rechten van het Kind (1990) stelt dat ieder kind de gelegenheid moet hebben om zijn of haar mening te geven in juridische kwesties die voor het kind van belang zijn. De Kinderombudsman hoopt dat minister Opstelten zijn aanbevelingen op zal volgen, zodat de afspraken uit het verdrag in de toekomst beter nageleefd zullen worden.


Bronnen