vrijdag 16 maart 2012

Meertaligheid ook voor kinderen met beperking

Meertaligheid ook voor kinderen met beperking
Meertaligheid heeft de toekomst. Talenkennis blijkt steeds belangrijker voor de kansen van jonge mensen op de arbeidsmarkt. En de vroege kindertijd is de ideale levensfase om een of meer talen goed onder de knie te krijgen. Maar geldt dat ook voor kinderen met een communicatieve beperking, bijvoorbeeld autisme? Het voorlopige antwoord van de wetenschap luidt ja.

Steeds meer kinderen in Nederland groeien op met meer dan één taal. Soms omdat in de familie een andere taal dan Nederlands nu eenmaal de voertaal is, soms omdat ouders een bewuste keuze maken hun kind een tweede taal aan te bieden. Het spreken van meerdere talen biedt kinderen zonder twijfel extra kansen. Maar deze trend plaatst ons ook voor nieuwe vragen en uitdagingen. Hoe kunnen we zorgen dat kwetsbare kinderen opgroeien in een omgeving waarin ze zich én sociaal-emotioneel optimaal ontwikkelen én de verschillende talen van hun omgeving goed leren? Is meertaligheid eigenlijk wel verantwoord voor kinderen met een beperking?

Baat het niet dan schaadt het niet
Mirjam Blumenthal van de Koninklijke Kentalis concludeert uit eigen onderzoek dat ook kinderen met een communicatieve beperking zoals autisme meerdere talen kunnen leren, zonder daardoor in hun ontwikkeling te worden geschaad. “Naast het kind hangt het in grote mate van de omgeving af in hoeverre de meertalige ontwikkeling succesvol zal verlopen. Een omgeving waarin het kind zich veilig voelt, waarin veel interactie is en beide talen gestimuleerd worden, is het meest gunstig.” De onderzoekster benadrukt dat succes ook kan betekenen dat het kind één van de talen alleen verstaat en slechts een paar woorden in die taal kan spreken. Maar het zal er in ieder geval geen schade van ondervinden.

Ook van dyslexie en stotteren vragen ouders zich vertwijfeld af of dit kan worden veroorzaakt of verergerd door een meertalige opvoeding. Het onderzoek is duidelijk: dat is evenmin bewezen.  Blumenthal pleit daarom voor een einde aan de negatieve, achterhaalde beeldvorming over meertaligheid.

Voordelen van meertaligheid
De huidige opmars van de meertaligheid komt niet uit het niets. Meertalige kinderen schijnen beter te zijn in het negeren van niet-relevante informatie en beter in multitasking. Sommige onderzoeken gaan nog verder. Symptomen van Alzheimer zouden zich bij meertaligen vijf tot zes jaar later manifesteren dan bij ééntaligen. Het Frans of Engels dat we op school hebben geleerd telt hierbij helaas niet mee als tweede taal…

Bewust of onbewust
In veel gevallen is er niet eens echt sprake van een keuze: de omgeving is nu eenmaal meertalig. Stel dat een hulpverlener of leerkracht twee Turkse ouders zou aanraden om met hun gedragsmatig moeilijke zoon alleen nog maar Nederlands te spreken. Als andere familieleden vervolgens wel Turks met elkaar blijven spreken, raakt het kind- dat toch al niet goed in zijn vel zat- makkelijk in een isolement. Forceren werkt dan averechts. Een Amerikaans onderzoek onder 600 adolescenten geeft eenzelfde beeld. Jongeren die de (minderheids)taal van hun ouders niet vloeiend beheersen, voelen meer emotionele afstand tot hun ouders en zijn minder geneigd met hen te discussiëren. Een onwenselijke situatie.

Soms is er wel een keuze. Bijvoorbeeld als een familie overweegt om naar het buitenland te emigreren. De omgeving gaat van een ééntalige naar een meertalige omgeving. Dan kan de beperking van het kind meegewogen worden in de beslissing. De meeste kinderen met autisme kunnen moeilijk omgaan met veranderingen. Behoud van de ééntalige omgeving, dus niet verhuizen, is dan vaak makkelijker voor het kind. Voor andere (meertalige) gezinnen betekent niet veranderen juist het behoud van de tweetalige omgeving. Rigoureus stoppen met het gebruik van de ‘eigen taal’ kan bij deze kinderen voor grote weerstand zorgen.

Voor onzekere ouders is het essentieel dat zij advies op maat krijgen, en dat dit gebeurt in samenspraak met ouders. Elke situatie en elk kind zijn immers anders. Het is in ieder geval verstandig te kijken welke taal ouders zelf het best beheersen. Een goede taalbeheersing is namelijk nodig om je gevoelens en gedachten duidelijk over te brengen. In welke taal het kind terugpraat is dan van secundair belang.

Debat zonder einde
In de politiek is de afgelopen jaren volop gedebatteerd over meertaligheid. Omdat de wetenschap op dit terrein nog geen consensus heeft bereikt, zal de discussie voorlopig aanhouden. Wel zijn de speciale lessen die allochtone leerlingen voorheen in hun eigen taal kregen, inmiddels weer afgeschaft. Dit tot grote teleurstelling van veel mensen uit het onderwijs, die naast het bevorderen van de leerprestaties ook wijzen op het toegankelijker maken van de school voor ouders. De mogelijkheid dat kinderen met communicatieve stoornissen wellicht extra belang hebben bij onderwijs in hun meest vertrouwde taal, is in deze discussie helaas buiten beschouwing gebleven.

De beeldvorming en kennis rondom meertaligheid dringen langzaam maar zeker door tot de maatschappij. Onderzoek van de wetenschapswinkel in Groningen laat echter zien dat nog altijd 36% van de ouders van meertalige kinderen ten onrechte denkt dat de afwijkende taal van hun kind tot meer problemen met het Nederlands leidt. Alle ouders vinden het belangrijk dat hun kroost goed Nederlands spreekt, maar een groot deel realiseert zich niet dat het stimuleren van de ‘eigen taal’ minstens zo belangrijk is, en zelfs bevorderlijk is voor het Nederlands.

Blumenthal hoopt dat betere informatie zal leiden tot bewuster gemaakte keuzes en een positievere en open sfeer rondom meertaligheid. Tot dusver ziet zij geen reden om kinderen met een beperking de extra kansen van meertaligheid bij voorbaat te onthouden.


Bronnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten