vrijdag 1 juni 2012

Nieuwe therapie tegen faalangst

Faalangst bij scholieren lijkt goed te behandelen met een nieuwe therapievorm, Cognitieve Bias Modificatie (CBM) genaamd. Het effect is weliswaar niet groter dan van de klassieke cognitieve gedragstherapie, maar de nieuwe training is wel laagdrempeliger, sneller en goedkoper. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder 1800 scholieren.


Gierende hormonen, een veranderende vriendengroep en een hoge prestatiedruk; adolescenten hebben heel wat te verduren. Lang niet alle scholieren kunnen hier even goed mee omgaan. Zij zijn kwetsbaarder dan anderen voor het ontwikkelen van angst; ze zijn bang om door anderen afgewezen te worden of een slechte beoordeling te krijgen. Vaak gaat het om situaties die voor de meeste jongeren heel gewoon zijn: een plekje zoeken in de kantine, door de hal lopen, of een gesprek voeren met mensen die je niet zo goed kent. Voor anderen is de angst beperkt tot toetsen, proefwerken en spreekbeurten.

Voordat het feitelijke onderzoek begon, verdiepten de onderzoekers De Hullu en Sportel zich eerst in de oorzaken van angst. Mensen met angst hebben last van automatische negatieve associaties. Cognitive Bias Modificatie (CBM) is een methode waarbij je leert om die negatieve associaties te veranderen in positieve. Dat gebeurt door middel van computertaken die leerlingen thuis online moeten uitvoeren.


Controlegebrek en vermijding
Scholieren met faalangst hebben doorgaans weinig controle over het onderwerp van hun aandacht. Als voorbeeld noemt onderzoeker Sportel de eerste vraag bij een proefwerk. 'Iemand met faalangst die ontdekt dat hij het antwoord op die vraag niet weet, is geneigd met zijn aandacht bij die vraag te blijven hangen in plaats van verder te gaan met vragen die hij wel begrijpt.'

Een ander kenmerk is de manier waarop iemand omgaat met niet-leuke dingen die op je afkomen. 'Angstige mensen hebben sterk de neiging dit soort situaties te vermijden of zich terug te trekken. Ze zullen signalen sneller interpreteren als bedreigend', aldus Sportel. Opvallend is dat beide kenmerken elkaar ook versterken. 'Iemand die hoog scoort op vermijding en laag op aandachtscontrole vertoont meer angstklachten.'


Donkere bril
Onderzoeker De Hullu: 'Angstige mensen bekijken de wereld door een donkere bril. Ze richten hun aandacht vooral op bedreigende informatie in de omgeving, bijvoorbeeld boze gezichten of moeilijke sommen. Bij de CBM-training werden scholieren verleid om hun aandacht op positieve informatie te richten in computertaken waarbij ze zeer snel moesten reageren.' Het idee is dat de hersenen dit –door elke dag een aantal minuten te trainen- automatisch gaan doen.

Toch zijn er nog wel wat kritische kanttekeningen te maken bij CBM. Hoewel de resultaten erg positief lijken, is gebleken dat veel scholieren die geen training volgen in de loop der jaren ook vooruitgaan. Blijkbaar groeien scholieren dus ook voor een deel over hun angsten heen. Maar dat betekent volgens de onderzoekers niet dat de training zinloos is. 'Je kunt angstige jongeren met zo'n training juist een zetje in de goede richting geven.'

De positieve resultaten lijken overigens vooral op te gaan voor faalangst. Sociale angst is waarschijnlijk toch een hardnekkiger probleem, waarbij symptomen in de jeugd meestal voorspellend zijn voor later.
Verder geven de onderzoekers zelf aan dat er in het computerprogramma nog verbeterpunten zijn die de therapie effectiever kunnen maken. Toch biedt het in dit stadium al voordelen boven andere vormen van therapie. Zo zijn de kosten relatief laag vergeleken met andere vormen van hulpverlening. Bovendien is een training via internet veel laagdrempeliger dan het zoeken van psychologische hulp. Zeker voor scholieren.


Bron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten