woensdag 11 april 2012

Valse herinneringen niet van echte te onderscheiden

'Ik werd meegenomen naar een afgelegen boerderij en moest naakt toekijken hoe een paard met een honkbalknuppel werd geslagen', aldus een minderjarig slachtoffer tijdens het grootste misbruikproces van de Amerikaanse geschiedenis in de jaren '80. Vijf jaar lang heeft de man die verdacht werd van deze feiten vastgezeten. Dat bleek vijf jaar teveel, toen de rechtbank in Californië besloot dat de belastende verklaringen van de vermeende slachtoffers berustten op valse herinneringen...

Dit fenomeen blijkt nu, dertig jaar later, wetenschappelijk te verklaren. Herinneringen aan een gebeurtenis die nooit heeft plaatsgevonden liggen namelijk vast in geheugensporen, hetzelfde mechanisme dat ook achter echte herinneringen zit. Deze verontrustende ontdekking deed Dr. Henry Otgaar van Maastricht University.

'Zogenaamde pseudo-herinneringen kunnen spontaan ontstaan door foutjes van de hersenen', licht onderzoeker Otgaar toe. 'Ons geheugen is flexibel en dat is maar goed ook: niet alle herinneringen zijn even belangrijk. Soms maakt het geheugen een foutje, maar dat heeft normaal gesproken geen ernstige consequenties. In de rechtszaal is het echter een ander verhaal...'

'Wat moest je doen van die enge meneer?'
Dat kinderen gevoelig zijn voor suggestieve ondervraging was al langer bekend. Door de manier van vragen stellen kunnen zij overtuigd raken dat ze iets is aangedaan wat feitelijk nooit gebeurd is. Het Maastrichtse onderzoek laat nu zien dat deze valse herinneringen in de hersenen op dezelfde manier opgeslagen worden als waargebeurde herinneringen. Het onderzoek suggereert bovendien dat kinderen deze valse herinneringen hun hele leven met zich mee zullen dragen. Zowel voor het kind als voor de rechtsgang een pijnlijke conclusie.

In het onderzoek kregen vijfenveertig kinderen van 8 jaar oud twee verhaaltjes voorgelegd. Het ene verhaal ging over een gebeurtenis die ze daadwerkelijk hadden meegemaakt: hun eerste schooldag. Ouders hadden hier door middel van een vragenlijst details over verstrekt. Het andere verhaal was fictief en ging over een luchtballonvaart. Ook deze gebeurtenis werd aan de kinderen gepresenteerd alsof ze deze echt hadden ervaren. In de verschillende interviews die volgden, bleek meer dan de helft van de kinderen valse herinneringen te hebben ontwikkeld aan de ballonvaart.

Het bewijs dat er bij deze kinderen echte geheugensporen waren gevormd, werd afgeleid uit de reactiesnelheid waarmee deze kinderen de valse herinneringen bevestigden. Alleen bij 'echte' herinneringen –waar geheugensporen bij betrokken zijn- zijn mensen sneller in het bevestigen dan ontkennen van meegemaakte gebeurtenissen.

Maar kunnen we deze resultaten zomaar generaliseren naar negatieve, traumatische herinneringen? Met andere woorden, geloven die kinderen het verhaal over de luchtballon niet gewoon omdat het zo'n leuk verhaal is? 'Integendeel', reageert Otgaar, 'uit eerder onderzoek blijkt juist dat verhalen over nare gebeurtenissen zoals UFO-ontvoeringen en darmspoelingen nog gevoeliger zijn voor pseudo-herinneringen'.


tekstvak valse herinneringen.JPG

Deze uitkomst maakt de rechtspraak er niet makkelijker op, maar mogelijk wel eerlijker. Otgaar: "Helaas laat dit onderzoek zien dat echte en valse herinneringen bijna niet van elkaar te onderscheiden zijn. Dat komt omdat beiden door geheugensporen gedragen worden."
We moeten dus extreem voorzichtig zijn met getuigenverklaringen om te voorkomen dat mensen onterecht veroordeeld worden. Dat wil niet zeggen dat er geen aandacht moet zijn voor de herinneringen van het slachtoffer, die zijn namelijk echt. Of de herinnering nu wel of niet daadwerkelijk gebeurd is.


Bron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten