dinsdag 22 juli 2014

Autisme maakt gevoeliger voor beweging

Kinderen met autisme zien eenvoudige bewegingen twee keer zo snel als zich normaal ontwikkelende kinderen. Nieuw Amerikaans onderzoek laat zien waarom kinderen met autisme overgevoelig zijn voor geluid, licht en andere zintuiglijke indrukken. Die overgevoeligheid heeft grote gevolgen voor hun ontwikkeling en biedt ons handvatten voor de begeleiding.



Dat autisme vaak gepaard gaat met stoornissen in de zintuiglijke waarneming, was al langer bekend.  Onderzoekers ontdekten recent dat kinderen met autisme in het bijzonder gevoelig zijn voor het signaleren van beweging. Het onderzoek is gepubliceerd in The Journal of Neuroscience.

‘Autisme staat vooral bekend als een sociale stoornis, omdat kinderen met deze beperking vaak moeite hebben met sociale interactie en communicatie. Maar wat we wel eens vergeten is dat vrijwel alles wat we over de wereld weten, via onze zintuigen binnenkomt. Een afwijking in hoe iemand ziet of hoort kan ingrijpende gevolgen hebben voor zijn sociale ontwikkeling,’ zegt onderzoeker Duje Tadin van de Universiteit van Rochester op de Amerikaanse site Disability scoop.

 

Bewegende strepen

Tadin en zijn collega's lieten 20 kinderen met autisme en 26 kinderen zonder autisme naar een scherm kijken met zwarte en witte strepen die van de ene kant naar de andere kant bewogen. Als de kinderen correct aangaven of de strepen naar links of naar rechts bewogen, werden de filmfragmenten korter; dus werd het moeilijker de richting te bepalen. Ook het contrast tussen licht en donker werd vager, waardoor de plaatjes minder makkelijk waren te zien.

 

Overbelaste zintuigen

De onderzoekers ontdekten dat alle kinderen de test beter maakten als het contrast tussen de strepen en de achtergrond groter was, maar bij kinderen met autisme viel op dat dit verschil veel groter was dan bij hun niet-autistische leeftijdsgenootjes. Op hun best scoorden de kinderen met autisme zelfs twee keer zo goed.

Dit uitstekende vermogen om beweging waar te nemen is volgens de onderzoekers een aanwijzing dat kinderen met autisme zich heel intens kunnen concentreren op beweging. ‘Dat kan als een voordeel worden beschouwd, maar meestal stopt deze hersenactiviteit niet op tijd, waardoor de zintuigen worden overbelast,’ zegt een van de andere onderzoekers. Schakelen naar een andere bezigheid is daardoor extra moeilijk.

De onderzoekers vermoeden dat de intense – niet af te remmen - hersenactiviteit bij het zien van beweging de reden is waarom mensen met autisme zich terugtrekken: om niet overspoeld te raken door prikkels.



Wat kunnen we hier mee?

Onderwijzers, opvoeders en werkgevers moeten zich bewust worden van het effect van beweging op de prikkelverwerking van kinderen met autisme. Aan de ene kant door het zelfbeeld te verbeteren door gebruik te maken van dit talent (denk bijvoorbeeld aan Annamaria Koekkoek, Mikado, het scannen van bewakingscamera’s, vogelspotten, etc.). Aan de andere kant moeten we rekening houden met mogelijke cognitieve en emotionele gevolgen van overprikkeling. Denk aan het lopen door de klas, een plaats bij het raam, maar ook bioscoopbezoekjes, verkeersdeelname, etc.

Ook moeten we blijkbaar voorzichtig zijn met de eisen die we stellen aan het kunnen schakelen. Elke overgang heeft aandacht nodig. Niet alleen van het ene schoolvak naar het andere, maar ook van getikt worden naar de tikker zijn, van luisteren naar antwoorden, van regen naar zonneschijn. Visuele prikkels zijn vrijwel continu aanwezig.

Maar misschien nog wel de grootste uitdaging: wellicht moeten we accepteren dat een zekere mate van teruggetrokken gedrag er nu eenmaal bij hoort. Dat het voor deze kinderen overleven in de jungle is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten