dinsdag 21 mei 2013

Ik voel ik voel wat jij niet voelt

Vraag iemand waar hij of zij aan denkt bij autisme en je hoort al gauw het woord ‘inleven’ voorbij komen. Dr. Herbert Roeyers van de Universiteit Gent heeft zich jarenlang verdiept in het inlevingsvermogen van mensen met autisme. Op het congres van de Nederlandse Vereniging Autisme van 5 oktober 2012 presenteerde hij zijn nieuwste bevindingen. Niet zozeer het gebrekkige inlevingsvermogen zelf, maar een tekort aan gedeelde aandacht blijkt de boosdoener.


Om ons duidelijk te maken hoe hij tot die conclusie is gekomen, vertelt dr. Roeyers eerst iets over de geschiedenis van onderzoek naar inlevingsvermogen.
Dertig jaren geleden deden wetenschappers de eerste onderzoeken naar het fenomeen. Theory of Mind werd het ook wel genoemd, kortweg ToM. Zij ontdekten met de beroemde false belief-test van Sally en Anne (zie onderaan deze pagina) dat kinderen met autisme niet snappen dat een kind iets anders denkt dan zij. Dat zij zelf informatie hebben die een ander niet heeft. Mooie voorbeelden zijn de sprookjes van Sneeuwwitje en Roodkapje. Het verhaal wordt spannend omdat je als lezer begrijpt dat beide meisjes niet weten dat er een verklede heks of wolf schuilgaat achter de façade van het oude vrouwtje of de zieke oma.



Geen kwestie van alles of niets

Er was echter een probleem met de false-belief test, vertelt dr. Roeyers zijn publiek op meeslepende wijze. Twintig procent van de kinderen met autisme slaagde namelijk wél op de test. Inlevingsvermogen kon dus niet als hét centrale kenmerk van autisme worden beschouwd. Ook bij moeilijkere opdrachten waarbij kinderen zich moesten verplaatsen in meer complexe gedachten, gevoelens van anderen en humor bleef een aantal kinderen met autisme goed scoren.
De wetenschappers concludeerden dat ToM geen kwestie van alles of niets kon zijn. Bovendien leek het te verbeteren met het ouder worden. Volwassenen met autisme kunnen zich bij bovenstaande opdrachten vaak prima redden. Toch passen ze deze kennis in het dagelijks leven niet adequaat toe. Waarom weten we niet, erkent Roeyers. En zo ging de zoektocht verder.



Gedeelde aandacht is het halve werk

Er moest meer zijn. Hoe kunnen we immers anders al typisch autistische gedragingen vaststellen voor het vierde levensjaar, terwijl inlevingsvermogen zich normaal pas vanaf die leeftijd ontwikkelt? Voortbordurend op dat gedachtespoor kwamen wetenschappers uit bij wat leek een cruciale voorloper van autisme: gedeelde aandacht, of in het Engels joint attention. Waar je bij normaal ontwikkelende kinderen vanaf jonge leeftijd ziet dat ze wijzen naar een voorwerp om je aandacht te trekken, of jouw vinger volgen, gebeurt dit bij kinderen met autisme niet. Joint attention is een zogenaamde scharniervaardigheid, een vaardigheid die nodig is om allerlei andere vaardigheden te leren zoals taal, cognitieve vaardigheden en inlevingsvermogen.
Roeyers laat een filmpje zien over het begrijpen van andermans intenties. In het eerst fragment reikt de onderzoeker een baby een stuk speelgoed aan, maar laat het op het laatste moment ‘per ongeluk’ uit zijn handen vallen. In het tweede fragment doet hij hetzelfde, maar trekt hij op het laatst zijn hand terug. In de eerste situatie reageren baby’s duidelijk minder gefrustreerd dan in de tweede. In de tweede situatie zoeken ze duidelijk oogcontact: wat doe je nu? Bij baby’s met autisme is er echter geen verschil in de reactie: ze kregen in beide gevallen het speelgoed niet en de intentie van de ander speelt daarbij geen rol.



Ketting doorbreken

Roeyers denkt dat de gerichtheid van baby’s op sociale prikkels en het begrijpen van intenties onderliggende processen zijn die een rol spelen bij joint attention. Joint attention is op haar beurt een voorwaarde voor het ontwikkelen van inlevingsvermogen. Het doel van vroegdiagnostiek is om deze kettingreactie vroegtijdig te doorbreken, zo sluit hij zijn verhaal af. De vertraagde ontwikkeling van inlevingsvermogen is een teken dat het mogelijk is deze te stimuleren. En dat doen we dus door te beginnen bij het trainen van gedeelde aandacht.



Bron
sallyenanne.JPG

Geen opmerkingen:

Een reactie posten