dinsdag 21 mei 2013

Levenslessen op een sportveldje

Een jaar nadat Richard Krajicek in 1996 Wimbledon op zijn naam schreef riep hij zijn eigen Foundation in het leven. Inmiddels heeft de Richard Krajicek Foundation (RKF) meer dan tachtig sportveldjes aangelegd in problematische stadswijken in Nederland. Deze multifunctionele playgrounds – niet te verwarren met de traditionele speeltuin met schommel en wipkip- moesten een veilige ‘eigen’ plek voor de jeugd vormen. Kwalitatief onderzoek naar de maatschappelijke betekenis van sport geeft ons veel inzicht in de manier waarop bovenstaande playgrounds bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. De rol van de sportleider blijkt hierbij essentieel.


Een aantal middagen per week organiseren sportleiders activiteiten op de veldjes van de RKF. Maar ook daarbuiten is de aantrekkingskracht op de jongeren groot. Het houdt ze letterlijk van de straat.  De playgrounds vormen tegelijk een sociale ontmoetingsplek. Er komt een gevarieerd publiek op af, wat ervoor zorgt dat de jongere kinderen in de gaten worden gehouden door hun oudere broers en zusjes.


Bij het sporten meten de jongeren zich met elkaar. Respect kun je verdienen door een goede spelbeoefening, maar ook op verbale en non-verbale manieren. Een bepaalde mate van strijd is daarbij heel gezond en natuurlijk. Maar op een openbaar plein kan het recht van de sterksten gaan domineren, wat vervolgens kan zorgen voor een onveilige sfeer en buurtoverlast. Dat is meteen een van de belangrijkste taken van de sportleiders: het letterlijk en figuurlijk bewaken van de grenzen en zorgen dat iedereen zich er veilig voelt, ook meisjes en jonge kinderen. En daarvoor is het soms ook nodig om jongeren de toegang te weigeren.



Voorbeeldfunctie


Om hun werk te kunnen doen moeten sportleiders respect, vertrouwen en overwicht bij de kinderen weten te krijgen. Dat is niet alleen een kwestie van persoonlijkheid. Simpelweg goed kunnen sporten, op zijn minst voetbal, is echt een voorwaarde. Daarnaast speelt ook de etnische achtergrond een rol, evenals pedagogische en communicatieve vaardigheden. De jongeren testen een sportleider de hele dag uit. Iets eenvoudigs als de beschikking hebben over goede materialen blijkt te helpen om gezag te verwerven. Zoals één van de leiders zegt: “Als de kinderen iets willen hebben, moéten ze daarvoor wel naar mij luisteren.”
De sportleiders hebben een voorbeeldfunctie. De verantwoordelijkheid of ‘macht’ die je als sportleider hebt, vinden veel kinderen erg interessant. Een tweede project van de Richard Krajicek Foundation sluit hierop aan. ‘Scholarship’ is een programma waarbij betrokken jongeren uit de buurt een studiebeurs ontvangen tot- in veel gevallen- sportleider. In ruil daarvoor begeleiden de jongeren 100 uur sportactiviteiten op hun eigen playground.



Hoe ging het op school?


Naast rolmodel zijn de sportleiders dus ook tussenpersoon. Aan de ene kant om talent te scouten en aan de andere kant om problemen te signaleren en jongeren te begeleiden naar instanties. Een sportleider vertelt: “Mijn eerste vraag is altijd: hoe ging school vandaag? Sommigen laten me dan meteen het cijfer op hun proefwerk zien, zij krijgen mijn complimenten. Maar ook de anderen –meestal met mindere cijfers- krijgen mijn aandacht.”
Door intensief, maar informeel met de jongeren bezig te zijn, bouw je een vertrouwensband met ze op. Vaak namen sportleiders dan ook de rol van vertrouwenspersoon en raadgever op zich.  Maar deze relatie is kwetsbaar, omdat de vertrouwelijkheid op gespannen voet kan staan met de ‘signaalfunctie’, op het moment dat een sportleider zich genoodzaakt ziet bepaalde informatie door te geven aan instanties.
Concluderend dragen de playgrounds op drie manieren bij aan de ontwikkeling. Ten eerste zorgt het bieden van een eigen ruimte voor zelfontplooiing. Ten tweede leren kinderen sociale vaardigheden door het omgaan met buurtgenoten. En tot slot kunnen strijd en conflict bijdragen aan respect en het ontwikkelen van eigenwaarde.



Bron
  • Vermeulen, J. & Verweel, P. Sport en jeugd: de Krajicek playground als context voor ontwikkeling. Tijdschrift voor orthopedagogiek, september 2012.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten