dinsdag 21 mei 2013

Autisme en intimiteit: ingewikkeld maar niet onmogelijk

Autisme en intimiteit: ingewikkeld maar niet onmogelijk "Het is dat ik van de tv en internet ongeveer weet wat er op dat vlak verwacht wordt in een relatie, anders had ik er waarschijnlijk weinig van gebakken. Ik voel me zo fake. Het is toch belachelijk dat dat bij mij en andere autisten niet automatisch gaat. Ik heb bij de meeste sociale dingen totaal geen gevoel maar probeer uit alle macht een normaal persoon te acteren."


Zomaar een uitspraak van iemand op een autismeforum. Intimiteit is voor mensen met autisme niet vanzelfsprekend, vaak verwarrend en zelfs frustrerend. Het is niet voor niets dat slechts een minderheid aangeeft een goede vriend te hebben. Om nog maar te zwijgen over het aantal dat er in slaagt een liefdesrelatie te onderhouden. Immers, hoe intiemer de relatie, hoe minder regels, dus hoe lastiger. Maar dat betekent niet dat mensen met autisme geen behoefte aan intimiteit hebben.
In het verleden werd gesuggereerd dat het liefdesleven van mensen met autisme ook nog eens bemoeilijkt werd door een afwijkende seksuele oriëntatie. Inderdaad bleek homoseksualiteit meer voor te komen bij autistische mannen. Totdat men ging inzien dat 'gelegenheidshomoseksualiteit' de cijfers waarschijnlijk heeft vertekend. Autistische mannen begeven zich vaker dan gemiddeld in kringen met overwegend seksegenoten. Toeval dus.

Wat maakt intimiteit zo ingewikkeld? Aan de motivatie ligt het doorgaans niet, volgens Peter Vermeulen van Autisme Centraal. Dat líjkt op het eerste gezicht misschien zo door het gebrek aan empathie dat samengaat met autisme. Moeite met inleven moeten we echter niet verwarren met egoïsme of het zich niet willen hechten aan mensen. Sterker nog, vaak doen mensen met autisme er alles aan om een relatie te laten slagen. Maar helaas is dat niet voldoende.


Van imitatie naar intimiteit

Ook de verwachtingen en verlangens wijken niet zozeer af van mensen zonder autisme. Het probleem zit hem meer in de vaardigheden. Niet alleen op communicatief vlak, maar ook in het sociaal-emotionele functioneren. Vermeulen geeft hier het voorbeeld van een man die bij zijn vrouw het verschil niet kan zien tussen verdriet en verkoudheid. En het vervolgens nog erger maakt als hij aan haar voorstelt om toch eens een dokter te bezoeken. Hij beseft niet dat híj zelf de aanleiding is van haar gesnotter.


Enerzijds is het voor mensen met autisme lastig om signalen bij de ander te herkennen. Anderzijds zaaien mensen met autisme zelf geregeld verwarring, bijvoorbeeld door een slechte timing of zeer directe, niet in de context staande uitspraken. Autistisch geredeneerd hoeft de zin "Ik wil trouwen" niet te betekenen dat de man die dit zegt een liefdesrelatie wil. Hij kan bijvoorbeeld ook in paniek zijn geraakt doordat zijn broers getrouwd zijn en hij nu denkt dat hij aan de beurt is.


Dit voorbeeld geeft meteen aan welke rol de omgeving kan spelen. Zoals alle sociale vaardigheden valt of staat ook de ontwikkeling van intieme vaardigheden bij goede voorbeelden, expliciete uitleg en veel oefening. Wat helaas niet echt meehelpt, is dat mensen met autisme in hun leven van nature weinig gezond voorbeeldgedrag te zien krijgen. Hun sociale netwerken zijn doorgaans beperkt. Daarbij speelt een groot deel van hun leven zich af in bijzondere kringen van speciaal onderwijs, hulpverlening en in begeleide werk- en woonvormen. En niet te vergeten het dikwijls bijzondere gezin.



De paradox van de troostende hand

Dan zijn er ook nog de fysieke uitdagingen die bij intimiteit horen. Op hetzelfde autismeforum schrijft iemand:
"Ik ben heel erg gevoelig voor aanrakingen, dus heb ook moeite me te laten knuffelen. Ik moet iemand heel goed kennen en echt vertrouwen voor mijn "Alarm! Alarm! Er zit iemand aan me!"-reactie achterwege blijft. En met troosten, of zelfs ook met samen zitten bijvoorbeeld, moet de ander zijn/haar handen stilhouden. Vasthouden gaat nog (is zeg maar een eenmalige "Alarm!" die ik dan kan uitzetten als "Nee is niet erg"}, maar als de hand beweegt komt hij natuurlijk steeds op een ander plekje en gaat er de hele tijd een "Alarm"-signaal in mijn hoofd af, dat mijn hersens dan dus steeds moeten beoordelen. Dan word ik dus gestresster van het troostrijk bedoelde aaien dan wanneer men me gewoon met rust laat."

Andere mensen zijn juist kwetsbaar door hun hoge pijngrens, waardoor ze letterlijk of figuurlijk beschadigd kunnen raken. Helemaal bij mensen met een verstandelijke beperking ligt dit gevaar op de loer.
Vermeulen hamert erop dat begeleiders voortdurend bezig moeten zijn de juiste balans te vinden tussen het bieden van kansen en het voorkomen van frustraties. Soms is een paternalistische houding noodzakelijk om mensen te behoeden voor mislukkingen. 'Onschadelijke' alternatieven bieden voor zowel fysieke behoeftes, ontspanning als intimiteit horen ook daarbij.

Verder raadt de expert aan bij educatie rondom dit thema voor jongeren met autisme niet meteen op het niveau van seks en liefdesrelaties in te steken, maar liever op het niveau van vriendschapsrelaties te beginnen. In het sekseducatieprogramma Seks@autisme.kom van Autisme Centraal, ligt dan ook veel nadruk op het verhelderen van relaties en intimiteit. Gelukkig blijkt het ingewikkelde spel ook bepaalde regels te kennen die de deelnemers het broodnodige houvast kunnen bieden. En zelfs dan blijft het moeilijk, maar niet onmogelijk.



Bron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten