donderdag 10 november 2011

Competentiegericht leren in het mbo

vrijdag, 11 maart 2011

Vroeger volgde je op het mbo vaktheorie, oefende je praktijkvaardigheden en liep je stage. Nu moet je leren reflecteren en ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen ontwikkelingsproces. Dat klinkt allemaal heel professioneel, maar wat is nu precies de waarde van het ‘authentieke’, ‘zelfgestuurde’ en ‘competentiegerichte’ onderwijs? Dit artikel geeft een helder beeld van de effecten van het nieuwe systeem op docenten en leerlingen, ten opzichte van het oude systeem.

De klacht over het oude systeem was dat de verbinding tussen theorie en praktijk te zwak was. Ook zouden docenten het zelf bedenken van oplossingen te weinig stimuleren.
Met de komst van het nieuwe systeem, blijkt dat het verstevigen van die verbinding tussen theorie en praktijk geen gemakkelijke opgave is. Iedereen doet zijn best, maar de discussie blijft vaak oppervlakkig. Veel docenten verlangen inmiddels terug naar het oude systeem.

Discrepanties
Uit onderzoek van hoogleraar de Bruin naar competentiegericht leren, komt naar voren dat er grote verschillen zijn tussen 1. het ideale, 2. het door docenten uitgevoerde, en 3. het door de leerling ervaren onderwijs. Zo blijkt, ten opzichte van het ideale competentiegerichte onderwijs, de coachende rol van de leraar onvoldoende uitgevoerd te worden en schieten leerlingen ernstig tekort als het gaat om zelfregulatie en zelfreflectie. Het systeem werkt dus (nog) niet zoals het bedoeld is.

Knelpunten competentiegerichte onderwijs
Docenten ervaren knelpunten in het “zelfgestuurd onderwijzen” door de grote verscheidenheid aan leerlingen in een klas. De één wil meteen aan het werk, terwijl de ander eerst uitleg nodig heeft. Veel leerlingen die met een diploma van het vmbo af zijn gekomen, hebben grote problemen met plannen. Er is geen tijd om al deze leerlingen hierin individueel te begeleiden.
Het landelijke toetsingskader wordt verder als knellend keurslijf ervaren en staat een eigen vakinhoudelijke aanpak in de weg. Aan de andere kant lijken docenten het zelf ook niet aan te durven buiten de vertrouwde kennistoetsingskaders te stappen. Wat is tenslotte ‘goed’ en ‘fout’ als je elke leerling verantwoordelijk maakt voor zijn eigen doelen en leerproces?

De ene mbo'er is de andere nietUit een recent onderzoek naar leerkenmerken van mbo’ers komt verder naar voren dat het voor veel leerlingen niet duidelijk is wat er van hen verwacht wordt in het mbo. Ze hebben duidelijkere instructie nodig, liever in beeld en geluid dan in geschreven tekst. Er zit een groot verschil in de mate van zelfstandigheid tussen de verschillende niveaus binnen het mbo. Hoe hoger het niveau, hoe beter een leerling om kan gaan met zelfgestuurd, competentiegericht onderwijs.

Weerbarstige praktijk
Authentiek leren in het mbo is volgens de onderzoekers meer gaan lijken op ‘laissez-faire’ dan op het bedoelde stimuleren van een actieve werkhouding bij de leerling zelf. Als de resultaten vervolgens te wensen over laten, is dat niet verwonderlijk.

Maar er is ook hoop. Belangrijk is bij alle knelpunten te vermelden dat het van verreweg de meeste docenten en leerlingen geen onwil is dat het systeem nog geen groot succes is geworden. Nieuwe inzichten vinden nu eenmaal altijd moeizaam een weg naar de onderwijspraktijk. Dat heeft te maken met cultuurverschillen, het nog onvoldoende uitgewerkt zijn van concepten, pedagogisch-didactische en ook politieke factoren. Het is tenslotte deels een kwestie van geduld, elk systeem heeft tijd nodig om te rijpen.

De waarheid ligt in het middenHet gaat er niet zozeer om dat we een keuze moeten maken tussen het oude en het nieuwe systeem, maar eerder om een combinatie van de sterke punten van beide. Duidelijke instructie blijft bijvoorbeeld onmisbaar voor mbo-leerlingen. De sleutelpositie is hierbij in handen van de docent, die in het ideale geval een practicus met interesse in theorie is. Deze weet op den duur vanzelf de werkzame elementen uit de competentie-theorie te integreren in zijn les. In het mbo geldt: liever één inspirerende vakman voor de klas, dan tien intellectuelen in de lucht.


 
Bronnen
  • De Bruin, E. et al. Authentiek en zelfgestuurd leren in het mbo. Pedagogiek, 2006. originele artikel
  • Hiteq, centrum voor innovatie. Kenmerkend mbo, een vergelijkend onderzoek naar de kenmerken van mbo-leerlingen, vmbo-leerlingen en de generatie Einstein, 2009. originele artikel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten