donderdag 10 november 2011

Dyslexie als baby vast te stellen

vrijdag, 29 oktober 2010
Dyslexie is als baby vast te stellen
Hoe oud moet een kind zijn om te kunnen constateren of het dyslectisch is? Acht weken slechts, ontdekten onderzoekers van drie universiteiten. Zij zochten tien jaar lang naar de lichamelijke oorzaken, de ontwikkeling en de aanpak van het probleem. Ruim driehonderd kinderen werden gevolgd, van wie er zo'n 180 afkomstig waren uit gezinnen waar woordblindheid voorkomt.

De proefpersoontjes kwamen als baby binnen. Kinderen van acht weken kregen een badmutsje op met elektroden erin, waarmee EEG's werden gemaakt van hun hersenactiviteit. Ze kregen voortdurend dezelfde klank te horen, met nu en dan opeens variatie erin: bak-bak-bak-dak-bak... Niet-dyslectische kinderen bleken zelfs in hun slaap nog op de kleine klankverandering te reageren; dat was te zien aan een piekje op het EEG. Kinderen die niet of vertraagd op de verandering reageerden, bleken op latere leeftijd vaak dyslectisch. Ook met visuele tests bleek dyslexie voorspeld te kunnen worden.
Dyslexie komt voor bij 4 à 5 procent van de schoolgaande kinderen. Onderzoek naar dyslexie werd voorheen altijd gedaan met proefpersonen van wie al bekend was dat ze aan het syndroom leden. Het werken met opgroeiende kinderen uit een risicogroep is nieuw.
De deelnemende kinderen zijn nu 8 tot 10 jaar oud, en de onderzoeken zijn nog niet helemaal voltooid. Van de kinderen met dyslectische familieleden blijkt inmiddels zo'n 40 procent dyslexie te hebben. De aanwezigheid van een erfelijke component is daarmee aannemelijk.

Genetische foutjes
Dr. Barbara Franke leidt het onderzoek bij Antropogenetica van het Universitair Medisch Centrum Nijmegen. Haar opdracht is te zoeken naar erfelijke oorzaken. 'Als dyslexie erfelijk is, moet het terug te vinden zijn in de genen', zegt zij. Het blijkt dat dyslectici een opeenstapeling van kleine genetische foutjes vertonen die ieder voor zich geen problemen veroorzaken, maar die in combinatie leiden tot dyslexie. Deze ontdekking verklaart ook waarom er zoveel verschillende verschijningsvormen van dyslexie zijn. Overigens liggen sommige van die genetische foutjes op het X-chromosoom, wat mede zou kunnen verklaren waarom er meer jongens dan meisjes dyslectisch zijn.
Naast de bevinding dat dyslectische hersenen er qua opbouw ietsje anders uit zien, gebruiken dyslectici hun hersenen ook op een andere manier. Bij de baby’s die later dyslectisch bleken, waren duidelijk andere delen van het brein actief.

Vroege signalen
De onderzoekers waarschuwen dat dit EEG-onderzoek niet bruikbaar is om elke baby individueel te testen op dyslexie. Toch zijn er volgens taalkundige Evelien Krikhaar van de Rijksuniversiteit Groningen wel manieren om dyslexie heel vroeg te traceren, nog voordat kinderen leren lezen. 'Heeft een kind verhoudingsgewijs een kleine woordenschat, praat het in korte zinnetjes en maakt het duidelijk andere fouten bij het vervoegen van de werkwoorden dan andere kinderen, dan kunnen dat aanwijzingen zijn voor dyslexie.'

Hoe eerder, hoe beter
Hoogleraar orthopedagogiek Aryan van der Ley werkt vanuit de Universiteit van Amsterdam aan het onderzoek mee. Volgens hem is vroegtijdige interventie essentieel: het brein van jonge kinderen is nog zeer plastisch. Dat maakt dat hulp op jonge leeftijd het meeste effect heeft.


Bronnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten