donderdag 10 november 2011

Spelend leren

donderdag, 09 december 2010
Spelend leren
Elk kind heeft van nature een bepaalde nieuwsgierigheid en enthousiasme om te leren. Vanuit die open houding ontdekken kinderen al experimenterend de wereld om zich heen. In het Tijdschrift voor Orthopedagogiek onderschrijft hoogleraar dr. B. van Oers een spel-georiënteerd lesprogramma voor jonge kinderen. Dit baseert bij op jarenlang wetenschappelijk onderzoek. Met een spel-georiënteerd lesprogramma bedoelt hij niet dat er naast de les voldoende spelmomenten zijn, maar dat de lesactiviteiten zelf een speels karakter hebben.

Manipulerend spel
Typerend voor peuters en kleuters is manipulerend spel. Deze activiteit richt zich in eerste instantie nog hoofdzakelijk op voorwerpen uit de omgeving van het kind, maar vloeit indirect voort uit de behoefte aan sociaal contact via gedeelde aandacht. Het kind krijgt door middel van dit manipulatief spel inzicht in de effecten van zijn eigen handelen op de werkelijkheid. De “reactie” van de omgeving is voor het kind de stimulans om door te gaan. Bijvoorbeeld het geluid dat een kind maakt door met een bordje op tafel te slaan, is voor hem de kick van het “manipuleren” van zijn omgeving: het kind merkt het effect van zijn eigen gedrag op. Hij is degene die dat geluid maakt!
Juist de herhaling (die voor de omgeving nogal vermoeiend kan zijn) maakt het tot een leerzaam spelletje. Wanneer er dan ook nog een reactie van een persoon komt, wordt het nog mooier. Denk aan het kind dat steeds opnieuw zijn speeltje op de grond gooit zodra je het teruggeeft.
Een ander belangrijk element bij het spelen is vrijheid. Als een kind de kassa van de winkelhoek honderd keer open en dicht wil doen vanwege het rinkelende belletje, dan is dat eveneens spel. Ook al is het niet helemaal waar de kassa voor bedoeld is. Kenmerkend voor spel is juist dit hoge associatieve gehalte. Het kind kan van de ene in de andere handeling glijden zonder duidelijk plan.

Spelbegeleiding
De vraag is uiteraard in hoeverre je als volwassene het kind hierin zijn gang moet laten gaan of dat er een manier is om het spel zo te begeleiden dat het kind er nog meer leerrendement uithaalt.
Volgens de hoogleraar van het artikel is het hoe dan ook belangrijk dat een volwassene in zoverre de vrijheid beperkt, dat er sprake is van voldoende veiligheid. Anderzijds kan je ook vernieuwingen aandragen in het spel. Bijvoorbeeld wanneer een kind één voor één speelgoedauto’s uit een bak haalt en de ruimte in slingert, betekent een verbod met de auto’s te gooien waarschijnlijk het einde van zijn spel. Een veilig en leerzaam alternatief kan zijn de auto’s één voor één samen op een fictieve parkeerplaats te zetten. Zo gaat het spelkarakter niet verloren.
 Het begeleiden van een spel kan op vijf verschillende manieren. Als voorbeeld de zandbak:
  1. Oriënteren: “Zullen we nu eens kijken wat er gebeurt als we het taartvormpje omhoog halen?”
  2. Structureren: introduceren van nieuwe regels of regelmaat invoeren, bijvoorbeeld “We zetten alleen taartjes op de rand of ín de zandbak.”
  3. Verbreden: voorstellen de gebakken zandtaartjes te gaan tellen.
  4. Toevoegen: Bijvoorbeeld het kind een rol toekennen “Jij bent de bakker”.
  5. Reflecteren: napraten of samen aan anderen vertellen over het spel.
Spel stimuleert kinderen op vele manieren: verbaal, motorisch, sociaal, emotioneel en cognitief. Vertrouwen in de omgeving is voor een goede spelontwikkeling van groot belang. Het kind moet in alle veiligheid kunnen leren van gemaakte fouten.

Rollenspel
Het stadium dat volgt op manipulerend spel is het rollenspel. Rollenspel is, in tegenstelling tot manipulerend spel, gericht op relaties in plaats van voorwerpen. De volwassene kan deze overgang stimuleren door in het bovenstaande voorbeeld de taartjesbakker ‘bakker’ te noemen. Wanneer dit consequent wordt gedaan zal het kind op een gegeven moment uit zichzelf zeggen: “Zullen we bakkertje spelen?”

Voorwaarden voor spelend leren
In het spelgeoriënteerde lesprogramma is spelen en leren dus niet gescheiden in afzonderlijke momenten, maar geïntegreerd. Voor een betekenisvol spel is het van belang dat aan drie voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste moet er een zekere regelmaat zijn (spelregels, beurtspel, patroon of herhaling). Ten tweede moet het kind betrokken en gemotiveerd zijn om het spel te gaan spelen. En ten derde dient er een zekere vrijheid te zijn in de keuze voor materiaal, gedrag, associaties, etc.

De auteur spreekt van een verheugende trend dat er een groeiende erkenning is voor de ontwikkelingsopbrengsten van spel op school. En zo leert het kind: leren is leuk!


Bron
  • van Oers, B. Leermomenten in het manipulerend spelen van peuters en kleuters. Tijdschrift voor Orthopedagogiek. 2010. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten