donderdag 10 november 2011

Wetenschappelijke fraude-affaire: topje van de ijsberg?

woensdag, 14 september 2011
Wetenschapsland is in rep en roer nu is uitgekomen dat een hoogleraar van de Universiteit Tilburg, Diederik Stapel, onderzoeksgegevens heeft verzonnen. Er is een commissie in het leven geroepen die onderzoek gaat doen naar deze man en de aard en omvang van zijn bedrog. Ook moet de commissie zich een idee vormen van de werkwijze en de onderzoekscultuur die mogelijk hebben geleid tot de fraude. De rector magnificus wil graag aanbevelingen krijgen om te voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt.

Een vraag die dit voorval natuurlijk bij velen oproept: is dit een uitzondering? Als de wetenschap zelfs niet meer te vertrouwen is, wat dan wel?
Volgens universitair docent psychologie en wetenschappelijke ethiek M. Derksen (RUG) komt wetenschappelijke fraude meer voor dan we weten. Hij geeft een aantal voorbeelden, weliswaar niet zo erg als het compleet verzinnen van data, maar toch verwerpelijk:
  • Ghostwriting: het raamwerk voor een artikel wordt geschreven door een externe expert, die niet zelden werkt bij een farmaceutisch bedrijf dat belang heeft bij de voorgenomen publicatie. 'Onafhankelijke' wetenschappers zetten vervolgens hun namen boven het stuk. Dit komt in de biomedische wetenschap veelvuldig voor.
  • Fishing: het lukraak, ongericht zoeken in databestanden naar gegevens. En als er wat interessants opduikt, dit dan presenteren als een doelbewust uitgevoerd onderzoek.
  • Knijpen en kneden: gegevens uit datasets net zolang bewerken en aanpassen totdat er 'iets significants' uitrolt.
  • Strategisch publiceren: een mooi onderzoek opknippen in meerdere hapklare publicatiebrokjes en deze dan in verschillende wetenschappelijke bladen publiceren om zoveel mogelijk publicaties te scoren.
  • Name dropping: vaak staan er tussen de auteursnamen boven artikelen namen van wetenschappers die niets of bijna niets aan het artikel hebben bijgedragen. Vooral hoogleraren willen graag als mede-auteur worden opgevoerd.
  • Generaliseren: proefpersonen zijn vaak eerstejaars studenten, uit Westerse landen, blanke middenklassers. Hierop kun je nauwelijks algemene conclusies baseren.
Publicatiedruk
De psychologie spiegelt zich meer en meer aan de geneeskunde. Het schrijven van een paar mooie boeken is niet voldoende. Artikelen in vooraanstaande, Engelstalige wetenschappelijke vakbladen vormen de basis voor een succesvolle wetenschappelijke carrière.
Het bekendste geval van wetenschappelijke fraude uit de recente Nederlandse geschiedenis is gepleegd door de ooit gevierde tv-psycholoog René Diekstra. De Leidse universiteit ontsloeg hem in 1996 nadat een commissie had vastgesteld dat hij plagiaat had gepleegd in zowel wetenschappelijke als populaire publicaties. Grote delen van zijn werk bleken overgeschreven.

Medewerkers van de Universiteit van Amsterdam constateerden in 2006 in een steekproef dat slechts 27% van de topwetenschappers inzage verleende in hun cijfers. De overigen reageerden niet op herhaaldelijke verzoeken of weigerden simpelweg, ondanks ethische richtlijnen die het delen van gegevens verplichten. Universiteiten zouden ervoor moeten zorgen dat data automatisch worden gearchiveerd op een externe server. Zo'n maatregel maakt frauderen in ieder geval moeilijker, wat uiteindelijk in het belang van de wetenschap is.

Populaire media
Een ander 'probleem' is de beperkte kennis van statistiek en methoden in de populaire media. Niet zelden nemen journalisten klakkeloos de resultaten van wetenschappelijk onderzoek over, ook al zijn ze ongeloofwaardig, rammelt de vraagstelling, is de steekproef veel te klein of worden zwakke verbanden opgeblazen tot spectaculaire conclusies. Het publiek zal zelf kritisch moeten zijn en meerdere bronnen moeten raadplegen om zich een genuanceerd oordeel te vormen. Ook dat is overigens uit onderzoek gebleken...

Bronnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten