donderdag, 02 september 2010
 
      De  Radboud Universiteit Nijmegen deed een breed onderzoek naar pestgedrag  binnen een groep leerlingen met autisme van 12 tot 18 jaar. Het  onderzoek vond plaats op een cluster 4-school. Doel was het verkrijgen  van inzicht in zowel dader- als slachtoffergedrag.
In het onderzoek werd  pesten omschreven als ‘negatief gedrag dat regelmatig voorkomt en  specifiek gericht is op een persoon, die zich niet kan verdedigen.  Pesten kan fysiek, verbaal of relationeel zijn. Onder relationeel pesten  wordt buitensluiten en roddelen verstaan.’ De onderzoekers melden  nadrukkelijk dat het geen pesten is als twee kinderen die ongeveer even  sterk zijn ruzie maken of vechten.
Rol van de leerkracht 
In het onderzoek gaf 36,5% van de kinderen met ASS aan in het verleden te zijn gepest. Opvallend en zorgelijk was dat de leerlingen zich vaker gepest voelden door de leerkracht dan door medeleerlingen. Andersom pestten zij zelf ook vaker de leerkracht dan medeleerlingen.
In het onderzoek gaf 36,5% van de kinderen met ASS aan in het verleden te zijn gepest. Opvallend en zorgelijk was dat de leerlingen zich vaker gepest voelden door de leerkracht dan door medeleerlingen. Andersom pestten zij zelf ook vaker de leerkracht dan medeleerlingen.
Daderprofiel en slachtofferprofielJongeren  met ASS die zelf pestten, in het onderzoek omschreven als ‘daders’,  bleken een hoger IQ te hebben dan niet-pesters en werden vaak door  anderen onaardig gevonden. De leerlingen met ASS die slachtoffer waren  van pestgedrag bleken lager dan gemiddeld te scoren op Theory of Mind[1]. Dit is dan ook een kenmerk van autisme. Pestslachtoffers werden vaak onaardig gevonden en hadden minder vrienden.
Adequaat herkennen van pestgedrag
De vraag van de onderzoekers of jongeren met autisme pestgedrag even goed konden herkennen als andere kinderen, leek in eerste instantie positief beantwoord te kunnen worden. Maar, wat dit betreft was er een verschil tussen daders met ASS en slachtoffers met ASS. Daders leken pestgedrag vaak te onderschatten. De onderzoekers vragen zich daarbij wel af of de pesters het écht niet zien of dat zij zich voorhouden dat bepaald gedrag geen pesten is. Slachtoffers zien juist vaker pestgedrag in neutrale situaties, dus zij overschatten als het ware het pestgedrag. Samen “herkennen” slachtoffers en daders met ASS evenveel pestsituaties, maar dit is dus enigszins vertekenend.
De vraag van de onderzoekers of jongeren met autisme pestgedrag even goed konden herkennen als andere kinderen, leek in eerste instantie positief beantwoord te kunnen worden. Maar, wat dit betreft was er een verschil tussen daders met ASS en slachtoffers met ASS. Daders leken pestgedrag vaak te onderschatten. De onderzoekers vragen zich daarbij wel af of de pesters het écht niet zien of dat zij zich voorhouden dat bepaald gedrag geen pesten is. Slachtoffers zien juist vaker pestgedrag in neutrale situaties, dus zij overschatten als het ware het pestgedrag. Samen “herkennen” slachtoffers en daders met ASS evenveel pestsituaties, maar dit is dus enigszins vertekenend.
Of kinderen en  jongeren met autisme in het speciaal onderwijs meer risico lopen om  gepest te worden dan hun niet-autistische medeleerlingen, werd uit dit  onderzoek niet duidelijk. Wel wordt het misinterpreteren van gedrag en  de sociale onhandigheid van leerlingen met ASS als verhoogde  kwetsbaarheid beschouwd.
Bron
- Website Landelijk Netwerk Autisme [accessed september 2010]. www.landelijknetwerkautisme.nl Pesten bij adolescenten met een Autisme Spectrum Stoornis. volledig artikel
[1]   Theory of Mind is het vermogen om zich een beeld te vormen van het  perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf. Theory of Mind  is een noodzakelijke vaardigheid om je te kunnen verplaatsten in het  gevoelsleven van een ander persoon.
 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten